Tijdens mijn stage op de afdeling pedagogische kwaliteit (in het kader van mijn inmiddels afgeronde studie Pedagogiek) ben ook ik actief betrokken geweest bij het ontwikkelen van een nieuw activiteitenbeleid. Samen met de activiteitencoördinator van de organisatie werd ik gevraagd om het concept van een nieuw activiteitenbeleid aan te vullen en me te verdiepen in de methodiek van ‘thematisch werken’.
Uit mijn eigen bijdrage en uit de bijdrage van de activiteitencoördinator hebben we in een gezamenlijk overleg voor de basis gekozen, waaraan we ons bij het samenstellen van nieuwe activiteitenboeken zouden houden. De eerste activiteitenboeken werden vorig jaar op een paar uitgekozen pilotlocaties in de praktijk ‘getest’. Het hele proces van het tot stand komen van een nieuw activiteitenbeleid en de daaraan gekoppelde ontwikkeling van de nieuwe activiteitenboeken sprak me zeer aan. Het einde van het proces heb ik, jammer genoeg, niet meegemaakt. De manier van het aanbieden van de activiteiten werd veranderd en volgens mij is het boek hierdoor beter in de breedte te gebruiken.
‘Het stimuleren van de ontwikkeling van zes belangrijke competenties is het belangrijkste doel van het activiteitenbeleid’
Oorspronkelijk werden de activiteiten per thema aangeboden. In de huidige opzet worden de activiteiten aangeboden per zes belangrijke competenties: emotionele competenties, sociale competenties, expressieve en beeldende competenties, motorische en zintuiglijke competenties, cognitieve competenties en taal en communicatieve competenties. Het stimuleren van de ontwikkeling van deze competenties is het belangrijkste doel van het activiteitenbeleid, dat gericht is op het georganiseerde spel, geïnitieerd door pedagogisch medewerkers. Bij het vrije spel blijft het initiatief bij het kind en volgt de pedagogisch medewerker het kind.
Uitgaande van deze nieuwe methode binnen onze organisatie wordt er elke dag van de week een activiteit aangeboden, die aansluit bij één van de ontwikkelingscompetenties en bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind.
Vooraf voorbereiden – programmeren – is noodzakelijk. Het is ook belangrijk om het van tevoren samengestelde tweewekelijkse programma op een goed zichtbare plaats voor ouders op te hangen. Het spreekt voor zich dat een mooie presentatie achteraf niet kan uitblijven. Sinds kort wordt er binnen de organisatie gebruik gemaakt van iPad’s. Foto’s maken en die aan het eind van de dag aan ouders direct laten zien, is hierdoor heel makkelijk geworden.
In de praktijk heb ik deze nieuwe manier van het aanbieden van de georganiseerde activiteiten ook al een paar keer mogen meemaken en het spreekt me persoonlijk zeker aan. Pedagogisch medewerkers worden nog bewuster bij de ontwikkeling van het kind betrokken. Het tilt hun werk op naar een hoger niveau.